Ghostwriter

Vertrekken naar Nieuw-Zeeland

De ene cappuccino heeft een hartje, de andere een varen. Ella moppert zachtjes.

“Tisser?”

“Martin”. Stilte. Anke blijft zwijgen, Ella maakt haar varen kapot.

“Nieuw-Zeeland heeft veeartsen nodig. Hij wil emigreren. Mooi weer op het Noordeiland en leuke mensen. Als backpacker was-ie daar al eens, voor mijn tijd.”

“En wat is daar voor jou?”

“Nou ja, Martin dus. En kiwi’s.” Nog meer stilte. Martin is nota bene het beste wat haar ooit is overkomen. Vanaf volgend jaar zouden ze proberen een gezin te stichten en nou wil-ie weg. Ver weg. Ja, als ze daar haar promotie zou kunnen voortzetten, dan was het allemaal niet zo’n ramp. Maar iemand die onderzoek doet naar de Etrusken – lekker belangrijk in Auckland.

“Wil je niet?” Dat is onverwacht. Veel te druk bezig geweest met het verdriet over de keuze tussen Martin en alle anderen.

“Weet ik niet, ik dacht nee. Weet wel zeker dat ik jullie noch Martin kwijt wil.” Stilte. “Nooit zo’n emigratiedrang gehad. Voel me meer dan gespleten. Er zit een kloof in mijn hart met aan de ene kant jij en jullie en aan de andere kant Martin. En ondertussen donder ik in die kloof.”

[Dit is een Doorsel, een klein dialoogje van (meestal) maximaal 200 woorden, situatieschets van een dilemma.]